maandag 31 maart 2008

Chez les Trappes, juste avant la frontière

Ik ben voorlopig nog niet aan een pc geraakt, dus schrijft Rit heel even iets. Zaterdagavond toegekomen bij de Trappisten. ... Lekker bier trouwens. Nog helemaal niet van honger omgekomen, wel integendeel. Morgen steek ik de grens over richting Reims. Waarschijnlijk dinsdag Estrebay, woensdag Mont Meillant, donderdag Château-Porcien, vrijdagavond Reims. Bezoekje Rit, Tim, Karl en Kris + zaterdag rustdag. Liefs aan allen, tussentijdse berichten volgen later.

vrijdag 28 maart 2008

Godarville - do 27/03

Emmy en Christiaen, zo heten mama en papa. Lieve mensen. Christiaen weet bijzonder veel over geschiedenis en over aardrijkskunde. Hij kent alle departementen en préfectures en sous-préfectures uit het hoofd. De geschiedenis van België, van Frankrijk, van noem maar op. Het is een bijzonder boeiend verteller. En, hij doet me denken aan Bruno Smits. Ja hoor, zelfde lachje, zelfde fijne trekjes. Ik vind het géweldig.
Wordt vervolgd, ik moet gaan eten :-) LIEFS AAN ALLEN

Glabais - Trazegnies - Godarville wo. 26/03

Chrys voerde me tot in Vieux-Genappe waar ik een stempel kreeg op het gemeentehuis. Op het postkantoor stuurde ik een goede kilo huiswaarts. De knie, niet die van verleden jaar, maar de andere stak stokken in de wielen.
Het werd de langste dagtocht tot hiertoe: Glabais - Vieux-Genappe - Houtain-le-Val - Rèves - Odoumont - Luttre - Pont-à-Celles - Gouy-lez-Piéton - Trazegnies (- Godarville)
In Pont-à-Celles vroeg ik even de weg aan twee dames. Bedien waren erg vriendelijk, maar eentje had een soort van glimlach om haar heen. Toen ik hen vertelde dat ik op weg was naar Santiago schitterde haar ogen des te meer. Zij is een klein eindje meegestapt om me de weg te wijzen. Wat voelde ik me goed! Die pretoogjes! Was het een droom van haar die ik verwezenlijkte? Wie zal het zeggen?
In Gouy dacht ik te overnachten. Het was 16u30. Op het oude gemeentehuis was iemand aanwezig. Van haar kreeg ik een stempel. Maar ze kon me niet verder helpen. Iemand anders verwees me door naar la cordonnière. Die verwees me door naar een Santiagostapper, een kiné. Die was met vakantie, vertelde zijn dochter me. Ik ging weer op weg. De dochter kwam me achterna gelopen en verwees me door naar les Deway (?), ook Santiagostappers. Ik keek ernaar uit. Maar ook die volgels waren gevlogen. IK werd doorverwezen naar Trazegnies waar de pastoor woonde. Ik was moe, eigenlijk te moe, maar er zat niets anders op. Drie kilometer verder. De laatste bus was al weg en autostop lukte niet. Nochtans zie ik er goed uit, mijn kledij was verzorgd, ikzelf ook en een goodlooking boy ... :-). Ik ving bot.
In Trazegnies belde ik aan aan een appartement, vlakbij de kerk. De pastorie was vlakbij, had men gezegd. De kerk bevond zich op een kleine heuvel. Een mannenstem vertelde me dat hij niet wist waar de pastorie was en dat hij er nog maar pas woonde.
Ik vond de pastorie en belde aan. Geen reactie. Ik sprak iemand aan. De pasoot moest er zijn. Misschien een mis in een ander dorp? Ik ging terug naar beneden en sprak verschillende mensen aan. Ik ving telekns bod. Ze kenden niemand. Ik kreeg het tel.nr. van de pastpoor.
Op het pleintje sprak een jongen mij aan. Hij was bij de scouts en de loklaen waren vlakbij. Met mijn GSM belde hij één van zijn leiders. Die kon me niet helpen, maar gaf me het gsmnr. van de pastoor. Altijd maar weer de pastoor.
Ik opnieuw naar boven. Mijn knie deed pijn en ik was moe. Het was al laat. Na 18u. Er was iets veranderd. Het hek van de voortuin was op slot. Dus was de goede man thuis. Ik belde het nummer en kreeg contact. Hij had geen plaats, ook geen plek voor mijn klein matrasje. Ik moest de scouts bellen. Ja maar, die hadden toch zijn nummer gegeven. Ik gaf het op. Het had toch geen zin, langer bellen was tijd verspillen en het werd stilaan donker. PS: Ik heb de volgende dag een foto van de pastorie getrokken, dan kunnen jullie zien wat voor piepklein huisje het is, een echte villa, bijzonder mooi.
Terug op het pleintje wilde ik me opnieuw naar een huis begeven. Een jonge vrouw stapte op dat moment uit aan wagen en sprak me aan. "Bent u degene die de pastorie zocht?" "Ja, inderdaad" Ondertussen stapte ook haar echtgenoot uit de wagen. En toen ging alles als trein. Ze namen me mee naar hun appartementje, vlakbij de kerk. Het was daar waar ik aangebeld had en een mannenstem had gehoord. Ik moet er nog om lachen. Je weet wel, degene die de pastorie niet wist liggen. Ik mocht me douchen als ik wilde, ik mocht doen alsof ik thuis was. Ze hadden zelf geen plaats, maar David zijn ouders woonden en Godarville en ontvingen nog wel eens mensen. Zo gezegd, zo gedaan. Er was plaats. Maar eerst zou ik een stevige hap mogen eten. Rhodi, van Syrische afkomts, ging voor mij Syrisch koken. Ze hadden net boodschappen gedaan. Zij werkt in Brussel in een ziekenhuis in de geriatrie. Hij is leraar zedenleer in een atheneum in La Louvière. Papa is 'pasteur', protestant, afkomstig van Luik. Mama is van Hollandse afkomst en heeft een tijd in Sint-Niklaas gewoond.
Het heeft me bijzonder veel deugd gedaan. Het leek alsof ik ook hier deel uitmaakte van het gezin, van de familie. En de blik tussen Dacid en Rhodi vergeet ik nooit. Zo'n mooie, liefdevolle blik. Ze straalden beiden geluk uit.
Na het eten voerden ze me naar Godarville (Goedele, je hebt er ook ergens geslapen, in hetzelfde dorpje !!, fantastisch niet). Ik werd er goed onthaald. Het bedje deed deugd. Ik heb goed geslapen!

Ma route est/sera comme une chaîne!

Na mijn ontmoeting met Pascale, toen ik in de richting van Glabais stapte, kwam het beeld van een ketting in mij op. Ik kreeg het gevoel dat mijn weg zich zou aandienen als een ketting. Een ketting waarvan elke schakel (een ontmoeting, een reikende hand, een blik, ...) perfect in de andere schakel past. Een prachtig gesmeerde ketting, lichtjes schitterend in het licht. Dit doet je ademen, dit doet je leven, dit geeft zoveel warmte! Goedele zal dit zeker herkennen.

Rencontre chaleureuse - Accueil chaleureux (25/03)

Hoeilaart - La Hulpe - Hannonsart - Lasne - Glabais
Pascale, je te remercie d'avoir eu la gentillesse de m'avoir aidé. Je garde de très bons souvenirs!

Rond de middag had ik al een volgende slaapplaats!
Ik was van plan om van mijn weg even af te stappen en de hoofdwegen te volgen om opnieuw wat te vorderen. Net voorbij het kasteel van La Hulpe besloot ik om opnieuw mijn aangeduide route te volgen want de hoofdbanen, dat is te druk en die dag zelfs gevaarlijk. Op een bepaald moment was ik op de kaart aan het kijken. Iemand stopte met de wagen. Ze vroeg me wat ik zocht, waarheen de weg ging :-). Ik mocht ook een stukje meerijden. Ik zei haar dat ik richting Houtain-Le-Val stapte en dat Compostella mijn einddoel was. Vandaar dat ik de weg toch liefst te voet vervolgde.
Weet je, ik heb in mijn leven al zo vaak neen gezegd, waar ik eigenlijk ja wilde zeggen. Maar ik deed het vaak zo omdat ik niemand tot last wilde zijn. Hoe vaak heb ik mezelf en anderen (op de eerste plaats Rit én Tim) daardoor een pleziertje ontzegd? Hoe vaak heb ik nadien spijt gehad van de gemaakte keuze? Dus ... het werd geen 'nee' op het aanbod, het werd ook geen 'ja' op het aanbod. (???) Wel, ik zei haar dat ik wel wilde meerijden tot aan het kruispuntwaar ik terug op de N271 zou komen. Dat was misschien maar een 300 tot 500 meter verder (hihi). Maar meer moest het ook niet zijn. Aan het kruispunt zette ze de wagen aan de kant. Ze vroeg me nog eens waar ik heen ging. We bekeken samen de kaart. Toen zei ze: "Ik ken wel iemand in Glabais" Ze nam haar GSM, toetste het nummer in en tijdens het rinkelen zei ze dat het haar mama was (grappig hé: ik ken wel iemand en die iemand is haar mama). Ik mocht blijven slapen. Ze schreef het adres met GSM nummers op. Ik vroeg haar naam ook op te schrijven. Pascale Mertens.
Bij Chrys, haar mama, en Marc, de vriend van Chrys, heb ik me thuis gevoeld. Grappig, maar zij gaven mij het gevoel bij M. en Mme. Lejude te zijn. Les Lejude heb ik leren kennen tijdens mijn opleiding als regent en sindsdien hebben wij een sterke band. Chrys en Marc zijn diep gelovig, vriendelijke, zachte mensen, respectvol en gastvrij. Het was even leven als God in Frankrijk (de wijn, het eten op zijn Frans). We hadden het over het onderwijs, het Nederlands en het Frans als vreemde taal, het geloof, mijn onzichtbaar rugzakje, de kinderen, over Pascale ;-), over haar ontmoeting met Marc.
Pascale is ook even langs gekomen met haar dochter. Haar dochter kwam binnen en gaf me een zoentje op mijn wang als begroeting. Ook dat gaf mij het gevoel dat ik deel uitmaakte van deze familie. Ik vond het ook fijn dat ik nog even met Pascale heb ik kunnen praten. Ik ben haar enorm dankbaar.
Marc, Chrys et Pascale, on se reverra un jour! Je vous le promets. Merci de votre accueil si chaleureux!

't Welpennest - Hoeilaart 24/03

Toch vreemd hoe de weg zich openbaart. De Chiro van Hoeilaart heeft me een bedje bezorgd bij de stichter van de Scouts. De Scouts, een stukje van mijn roots, mijn jeugd. Ik heb er fantastische herinneringen aan over gehouden. We hadden ook een bijzonder leuk speelterrein. De steenbakkerijen en de ellenlange droogloodsen, ze bestaan nu niet meer mee, maar toen ... Ik heb echt wel een mooie jeugd gehad. Op weg naar de volgende halte op mijn weg heb ik een scoutsliedje gezongen zoals vroeger, op weg, samen met pa en de kinderen.
Maar ook met de Chiro is er een link. Tim zit immers bij de Chiro :-).
Is dit jezelf ontmoeten op weg naar Santiago? Datgene wat in je leven is gekomen opnieuw beleven, een plaats geven en verrijkt thuiskomen? Wie weet?
's Morgens lag er een ander bedje, eigenlijk geen bedje maar een tapijt, een mooi winters tapijt (Jzeuske schudde zijn beddeke uit). Het had gesneeuwd en het was van die plaksneeuw. Het kon niet mooier zijn. Sneeuw vind ik altijd zo rustgevend, zo zuiver(end). Ik heb snel een paar foto's genomen want ik besefte wel dat de sneeuw langzaam zou verdwijnen.
Na een lekker ontbijt en een gezellige babbel heb ik afscheid genomen. Ik hoefde niets te betalen. Alleen een kaarsje branden voor Soetkin Menu, één van hun kleinkinderen. Toen ik hen hoorde praten over Soetkin, voelde ik hoe sterk de band met haar was. Niet dat ze hun andere kleinkinderen minder graag zien. Zeer zeker niet. Maar er is wel een speciale band. 't Was mooi om hen te horen praten over haar. En het kaarsje, het zal branden. Ik zal in gedachten verbonden zijn met hen, met Soetkin!
Verder hoop ik dat Mieke ondertussen al wat beter is. Ze was flink ziek toen ik er was en dat al veertien dagen.
Het ga jullie goed en bedankt voor de gastvrijheid)

maandag 24 maart 2008

De Chiro van Hoeilaart, da's de MAX!!!

Maandag 24 maart, 15u30, Hoeilaart. Met wat sneeuw her en der in tuinen en op daken en vele zonnestraaltjes werd het een mooie wandeling. Achilles bleef eerder rustig. Ik voel hem wel en probeer rustig te stappen om hem vooral niet te irriteren. Een ontsteking kan ik nu wel missen als kiespijn. "Je moet naar je lichaam (leren) luisteren", een tip die ik meermaals heb gehoord.
In Jezus-Eik heb ik mijn bokes opgegeten in de kerk. Vergeef het mij, maar het was al 13u30. Er waren op het eerste zicht alleen maar restaurantjes. Ik had honger en wilde even rusten. De rugzak weegt. Toen is het dikke vlokken beginnen sneeuwen. Iets verderop heb ik nadien toch nog een cafeetje gevonden. Daar heb ik verder wat gerust terwijl het opnieuw sneeuwde.
Dan ben ik naar Hoeilaart gestapt, een goeie 3 kilometer verder. Onderweg had ik aan Rit gevraagd (via SMS) of ze even Leen, een collega, wilde bellen. Haar zus woont in Hoeilaart.
Aan het gemeenteplein gekomen had ik opgemerkt dat er in Speakers Corner, een café, een groepje jongeren zat. Ik liet het café links liggen omdat Rit nog bezig was. Iets later kreeg ik een SMS met de melding dat het nummer van Leen niet correct was. Zodoende ben ik dan toch in Speakers Corner beland. De jongeren waren lid van de Chiro van Hoeilaart. Ik vroeg hen of ze iemand kenden die het wel zag zitten om een vreemde onderdak te bieden.
Bedankt, mannen voor de fijne babbel en voor het bedje dat nu ligt te lonken. De Chiro van Hoeilaart, da's de MAX. Wie hen wil steunen, moet in september afzakken naar Hoeilaart. Dan is het féééésten geblazen.
PS: Ben jij iemand van dat groepje? Wil je dan op dit berichtje reageren en me jullie (voor)namen doorspelen? Voor mij is dat een leuke herinnering. Groetjes!

Edelweis

Maandag 24 maart, 9u45. Felicia is twee straatjes met me meegegaan. Bij het afscheid wilde ze me iets meegeven, maar ze was het kwijtgespeeld. Het lag misschien nog thuis. Ze vertelde me dat het een edelweisje was. Ze zou het dan wel later opgestuurd hebben naar Rit. Ze wilde immers, zorgzaam als ze is, mijn vertrek niet vertragen. Ik stelde haar gerust en zei dat ik wel even wilde wachten. Iets later kwam ze terug. Ze had het edelweisje niet gevonden. Vandaar dat ze er een ander had meegebracht. Ze vertelde me dat het een geluksbrenger is. En toen zag ze op de grond het edelweisje liggen dat ze was kwijtgespeeld. Het was er niet één, verpakt in een doorzichtig klein zakje, het waren er drie. Ik draag ze nu op zak!
Bedankt, Felicia!

Zaventem, zaterdag 23 maart

Mijn tweede stop was in Zaventem. De tocht ging via Elewijt en Perk. In Perk heb ik halt gehouden in een cafeetje ('t Pleintje). Na de bokes en een babbel met de patron ben ik verder getrokken. Het zonnetje scheen. 's Avonds was dat duidelijk merkbaar. Met zo'n teer huidje als dat van mij!
Net voor de luchthaven kwam ik een mooi kerkje tegen. Plots hoorde ik de klokken luiden. Ze speelden het liedje: "Broeder Jakob". Het klonk als muziek in de oren. Het was zo speels, zo vrolijk. Ik heb het nadien enkele keren in het Nederlands en in het Frans gezongen. Het deed me denken aan die vele wandelingen in de Ardennen. Wat hebben we toen veel afgestapt met mijn broers, zus, met ma en pa. Hoe vaak hebben we niet liedjes gezongen onder het marcheren. Zo had Pasen toch nog een feestelijk tintje.
Ook Goedele had aan Pasen gedacht. Bij het uitwuiven stak ze me een kleinigheidje toe. Het bleek een kartonnen paasei te zijn met daarin lekkere chocoladeeitjes.
Rond 15u45 ben ik bij Felicia toegekomen. De tocht was vrij goed verlopen. Alleen voelde ik mijn linkerAchilles. Die hebben we dan in de watten gelegd door middel van een warm voetbadje.
Felicia heb ik leren kennen in 1992 in Den Eyck, een taverne in Lint. Ik werkte er als kelner en zij kwam er elke zondagmiddag eten samen met haar echtgenoot. Familie van haar woont in Lint. Via hen ben ik aan haar telefoonnummer geraakt. Zodoende ...
Ze heeft me echt wel verwend. Ze heeft me getrakteerd voor mijn Pasen. We zijn in een Joegoslavisch restaurant gaan eten niet ver van haar huis. Uit onze babbels heb ik één wijsheid onthouden: "Je moet je omringen met dingen (foto, beeldje, ...) waaraan goede herinneringen vasthangen." Wanneer je bijvoorbeeld een dipje hebt, dan zijn het juist die dingen die je uit die negatieve gedachten zullen halen. Ik heb het opgeschreven in mijn dagboek. Het is iets wat mij zeker kan helpen.

Mijn laatste strohalm

Het verblijf bij Roel en Yes heeft me bijzonder veel deugd gedaan. Het zijn bijzonder gastvrije mensen. Ik heb me nog even thuis kunnen voelen. Ook van de babbels met Roel en Yes en later op de avond met Roel alleen heb ik genoten. Het eten was ietwat aangebrand :-), maar Roel had zijn best gedaan. Het heeft me echt wel gesmaakt.
Roel heeft de eerste stempel gezet in mijn stempelboekje. De pastoor is zijn buurman. Hij heeft de sleutel van het huis. Roel heeft de pastoor even opgebeld (die was allicht ergens de mis aan het lezen), is dan de stempel gaan halen en nu staat die stempel vol mooie herinneringen in mijn stempelboekje.
Zondag, 23 maart. Pasen! Roel heeft eitjes gekookt. Ze waren perfect. Ik kan het zelf niet beter. Om 10u30 ben ik samen met Roel vertrokken. Hij liep naast zijn fiets en op het bagagerekje lag mijn rugzak. Dankzij Roel heb ik een ooievaar gezien. Ik vond het symbolisch erg waardevol. Ooievaars zijn immers trekvogels en zij leggen geweldig grote afstanden af. Ja, ik vond het echt wel iets hebben.
Tot iets voorbij het domein van Hofstade is hij met me meegestapt. "Ik ga mee tot aan de frituur", had hij me gezegd. En inderdaad, op een bepaald moment kwamen we aan een frituur. Een laatste foto, een laatste knuffel. Ik liet de tranen de vrije loop. "Jij bent mijn laatste strohalm", heb ik hem gezegd. De laatste band met thuis.

Applaus

Het blijft nazinderen. Toen ik de uitwuivers vertelde dat ik de grote stap ging zetten, het was ondertussen 12u30, ontstond er een spontaan applaus. Niet echt iets voor mij want dan voel ik me zo onwennig. Maar de volgende dag moest ik eraan terugdenken. Toen drong het pas tot me door hoe positief geladen dat applaus wel was. Het was zo intens, zo warm, zo mooi.

zaterdag 22 maart 2008

Het vertrek

Heel de ochtend kwamen mensen afgezakt naar ons huisje in Lier: familie, vrienden, enkele Santiagogangers, collega's. Het was een bijzonder fijn moment. Maar af en toe zat ik in gedachten bij Rit en Tim. Altijd opnieuw dat loslaten. Niet eenvoudig.
Half één , het startmoment kwam snel dichterbij. En plots was het zover. De reactie toen ik zei dat ik de stap ging zetten deed me stokken in mijn woorden. Bedankt allemaal dat jullie er waren. Het uitwuiven was een geweldig fijne gebeurtenis.
Met enkelen zijn we dan tot Duffel gestapt. Onderweg had Marc nog een geweldige verrassing voor mij. Toen we voorbij zijn huis stapten, werd ik erop attent gemaakt. Waarop? Wel, hij had een Europese vlag aan het raam gehangen, met daarin een grote, gele P. Onvoorstelbaar, die Marc! In Duffel hebben we uiteraard een terrasje gedaan. Rit speelde voor taxi. Met zijn vieren zijn we dan verder doorgestapt naar Mechelen. Karl, mijn broer, en Goedele en Gertjan, twee Santiagostappers. Het was voor mij echt wel welkom, dat gezelschap onderweg. Fijn dat jullie een eindje meestapten.
We hebben maar een klein ommetje moeten maken. Dus de weg viel mee. Het weer was bijzonder aangenaam tot Duffel. Het tweede stuk was heel wat kouder en natter. Ik was blij dat ik rond 18u. bij Roel en Yes toekwam. Goedele en Gertjan hadden ondertussen de trein genomen. Karl bleef met me meestappen tot bij Roel. Daar zijn Tim en Rit hem komen oppikken. Voor mij was het fijn hen nog even te zien. Ik draag hen in mijn hart. Ook jullie allen.
En Roel? Is hij mij tegemoetgekomen met de fiets zoals hij beloofd had. Ja hoor! Hij kwam ons tegemoet in Sint-Katelijne. Maar we hebben hem pas gezien toen we aan zijn voordeur stonden. Hij holde (fietste) mijn SMS'jes achterna, maar blijkbaar aan een heel gezapig tempo :-). Fantastisch niet! Dit zijn allemaal dingen die ik nooit meer vergeet.
Ik ben trouwens blij al even online geweest te zijn. Tot een volgende keer! Liefs!
Rit en Tim, vergeet ons Lotje, onze mooie grijze poes, geen pootje van mij te geven. Hij was de drukte in ons huisje ontlopen. Begrijpelijk, maar daardoor heb ik hem niet even kunnen knuffelen bij het vertrek.

vrijdag 21 maart 2008

Morgen is het zover!

De voorbereiding had beter gekund. Ik weet het wel. Ik heb andere prioriteiten gesteld. De knie zeurt af en toe en remt het euforisch trekkers/vertrekkergevoel wat af. Maar morgen is het eindelijk zover! Nu wordt het concreet. "Il faut vivre son rêve", n'est-ce pas! Het wordt tijd. Voortdurend word ik de laatste tijd heen en weer geslingerd, emotioneel. Neem alles wat ligt tussen blijdschap en verdriet, laat elk synoniem de revue passeren en het is er zeker bij. Ja, ik ben echt al onderweg.

Morgen is het zover. Niet alleen voor mij, maar ook voor Rit en Tim, voor ons gezinnetje. Het is een hele belevenis. Elkaar loslaten, elkaar ruimte geven en toch samen zijn. Wat het worden zal, niemand weet het, niemand kan het zeggen, maar we zijn samen echt al onderweg.

Morgen is het zover. Niet alleen voor mij, maar voor heel wat mensen. Ze laten het me voelen, elk op zijn eigen manier. Collega's, vrienden en mensen met wie ik toevallig een babbeltje heb gemaakt, ik ben hen dankbaar om de vele reacties, de lieve woorden, de knuffel, de mooie tekstjes, de knipoog.
En dan de leerlingen, 'mijn' leerlingen. Ik zat daarstraks met een junigevoel. Alleen klopte het chronologisch niet. Het is immers nog maar maart. Dat voelde wel wat vreemd aan. Ik heb 'mijn' leerlingen losgelaten en ervaar telkens opnieuw dat ik het daar niet gemakkelijk mee heb. Het moet, het is nodig ... om te groeien, zo is het leven, dus laat ik de traantjes maar even vloeien.
Ze reageerden ook elk op hun manier. Soms bleven ze steken toen ze me een prettige vakantie wensten want 't ja hoe moet je hier nu wat wensen. Sommigen maakten dan een woordensalto en wensten me een mooie tocht, anderen bleven steken in de hapering. We lachten even, begrepen elkaar en dan ging elk zijn weg. Het was echt wel hartverwarmend. Sommigen drukten ook hun bezorgdheid uit. Mij kennen ze ondertussen, het is het vertrouwde. De nieuwe juf moeten ze nog leren kennen, het is het onbekende. Welnu, dat is nu eenmaal op weg gaan. Ja, met zijn allen zijn we samen onderweg.

zondag 9 maart 2008

De route in (heel) grote lijnen

vertrek: zaterdag 22 maart 2008
route: Lier - Mechelen - Zaventem - ten westen van Charleroi – Chimay – Reims – Vézelay – door de Morvan (Boergondië) – Le Puy (Centraal Massief) – Aubrac – Saint-Jean-Pied-de-Port – camino Frances (Pamplona, Burgos, Leon, Astorga, Ponferrada) –Santiago de Compostella en als het even kan Cap Finisterre voor een geweldig mooie zonsondergang (Atlantische Oceaan).

zaterdag 8 maart 2008

25 jaar - even in de bloemetjes gezet - ik heb ervan genoten

Vrijdagavond 7 maart: samen met Ann, Jan, Kris en Leen, 4 collega's, werd ik gevierd op school. We staan elk al 25 jaar in het onderwijs. Vandaar dat we in de bloemetjes werden gezet . Eerlijk gezegd was ik echt wel apetrots. Het is een mooie avond geworden. Ik heb er ontzettend van genoten. De toespraak van Johan, de directeur, was kort, maar echt wel to the point! Hij had het ook over mijn tocht, over demonen en engelen, over op weg zijn, onderweg zijn. Hij liet aan het eind een bijzonder mooi liedje horen. "Pilgrim", gezongen door Enya. Je vindt de tekst op deze blog en via de link kan je het ook beluisteren. Het heeft me tot tranen toe bewogen. Het raakt me diep, ook nu wanneer ik het opnieuw beluister. Er wordt zoveel gezegd met zo weinig woorden. Bedankt, Johan!



Maar dat was niet alles. Ik had het al gemerkt de laatste tijd. Af en toe sprak een collega me aan. Het was net als bij de drie koningen. De ene gaf een paar tips, de ander had het over stenen meenemen en ergens onderweg achterlaten, nog een ander had alle kaarten van België op schaal 1/50000ste en ik mocht dat boek wel even lenen. Tijdens deze feestavond voelde ik dit alles nog veel sterker aan en eerlijk gezegd, daar had ik nooit bij stilgestaan. Ontzettend veel collega's (trouwens ook binnen de vrienden/kennissenkring) leven met dit hele gebeuren mee. Het zet zoveel in beweging. Fysiek gaan ze wel niet mee op stap (al zouden sommigen het bijzonder graag willen), maar in gedachten zijn velen van hen al onderweg. Ook dat voelt zo goed!

maandag 3 maart 2008

Alleen of samen?

Het wordt alleen al zal ik onderweg niet alleen zijn. Hoe zuidelijker, hoe meer kans je maakt dat je andere stappers, andere pelgrims tegenkomt.
Eerlijk gezegd, het liefst van al was ik samen met mijn vrouwtje, Rit, op tocht gegaan. Dat was mijn hartewens en dat is het nog altijd. Alleen stapt Rit niet zo graag. Ze fietst liever. Dus voorlopig kan het niet samen. We hebben ons wel voorgenomen dat van zodra we met pensioen zijn we zeker zullen overwegen om samen naar Compostella te fietsen.
Samen met iemand anders heeft uiteraard heel wat voordelen , maar met wie en wie kan zich vrijmaken voor zo'n lange periode? Zoek je dan iemand binnen de familiekring? Binnen de vriendenkring? De werkkring? Of laat je via internet weten dat je iemand zoekt? Een onbekende? Gaat het klikken met die andere? Allerlei vragen spelen door je hoofd. Uiteindelijk heeft het feit dat ik leraar Frans ben de doorslag gegeven. Wanneer ik alleen stap, krijg ik immers de kans om de hele tijd niets anders dan Frans te spreken. Dus alleen ... maar er is de eenzaamheid onderweg en dat kan knagen! Niemand om de vele gevoelens en gedachten te delen. Niemand die me een knuffel kan geven op een moment dat ik er ontzettend behoefte aan heb. Hoe ga ik daarmee om?

Wat drijft je?

Tja, wie zal het zeggen? Ergens diep in mijn hart zit het verlangen en ook mijn onzichtbaar rugzakje - een rugzakje dat ieder van ons draagt - zit er zeker voor iets tussen.
Het verlangen in mijn hart:
Toen ik begin maart 2002 Patrick en Loes, een stel dat ik heb leren kennen via Timotheus in Merksem, uitwuifde, voelde ik een sterke verbondenheid en voelde ik voor de eerste keer dat verlangen. Mijn hart was bij hen. Zij vertrokken vanuit Herentals. Ik zie ze nog steeds voor me. Ze liepen over een dijk en ik voelde de uitstraling tot in mijn hart. Het was maar even. Heel intens, heel aanwezig!
Ongeveer twee maand later kreeg ik een postkaart van hen. Zij bevonden zich aan de poort, de grens tussen Frankrijk en Spanje. Op het kaartje zie je een stukje van de Pyreneeën en een kudde schapen. Het kaartje staat nog altijd op mijn bureau. Ze hebben de tocht tot een goed einde gebracht. Later kwamen de verhalen, de beelden, de babbels. Patrick, die ondertussen zijn tekentalent ontdekt had, heeft enkele prachtige werken over de tocht gemaakt. Het zijn enkele mooie impressies. Maar verder bleef het stil.
Wat ik toen niet echt besefte, was wel degelijk aanwezig. Er had zich een zaadje genesteld diep van binnen. Het zocht enkel het juiste moment. Dat moment kwam in 2004. Ergens in maart of begin april van dat jaar droomde ik, ik weet niet meer wat, maar het had zeker met Compostella te maken Het was een zondag. Toen we samen aan het ontbijten waren, Rit en ik, vroeg ik haar wat ze ervan dacht: te voet naar Santiago? Zij aarzelde geen seconde en zei dat het voor haar oké was. Alleen moesten we een geschikt moment vinden want er was ook nog Tim :-), onze ondertussen flink uit de kluiten gewassen zoon. Er stonden enkele belangrijke momenten aan te komen voor hem, voor ons waaronder de overstap naar het middelbaar. Vandaar dat we opteerden voor 2007. In de loop van 2006 kreeg ik echter een tendinitis in de linkerknie. Daardoor moest de tocht worden afgeblazen. Het duurde anderhalf jaar voor de ontsteking verdween! Het blijft een zwak punt (af en toe voel ik een lichte irritatie), maar moeilijk gaat ook. Gelukkig kreeg ik op school een nieuwe kans en daardoor een nieuwe startdatum: de eerste zaterdag van de paasvakantie een jaar later (2008).
Het rugzakje:
Ik ben ervan overtuigd dat we allemaal een rugzakje dragen, onzichtbaar voor het oog. In dat rugzakje zit van alles: de geschiedenis van ons volk, van onze familie, van onze ouders en uiteraard ook het stukje leven dat we zelf al beleefd hebben. Wie we zijn, hoe we zijn, hoe we reageren, hoe we denken, ... het is allemaal verbonden met dat rugzakje.
In mijn rugzakje zit zeker de liefde voor de natuur, de verbondenheid met de natuur, het graag stappen, het op weg zijn, het onderweg zijn. Als kleine jongen was ik er al helemaal van doordrongen. De jaarlijks weerkerende fantastische vakanties met het gezin bij mijn oom, een Norbertijn (een witte pater) ergens in de Ardennen (Tancrémont - Pepinster). Vandaar ... de tocht?