dinsdag 25 februari 2014

Vertellen voor de klas begint als volgt ...

Vandaag ga ik weer op pad. Terwijl ik vertel of de foto's samen met jullie bekijk, zal ik de tocht herbeleven. Gevoelens van vreugde, ontroering en verdriet, vertwijfeling en verbondenheid, ik zal het allemaal voelen. Mijn lichaam, al mijn celletjes zullen spontaan en direct reageren. Net zoals ik kippenvel kreeg de laatste kilometers tot in Santiago, zal ik ook nu kippenvel krijgen. Ik heb er geen controle over en dat hoeft ook niet. Het is de herkenning. Mijn lichaam reageerde ook toen ik in een bepaald TV-programma de kathedraal van Santiago zag. Het toont hoe sterk de weg op je inwerkt. Het toont hoe sterk je verbonden geraakt met en op deze weg. Ik geloof heel sterk in de energetische uitstraling van deze weg, een weg bewandeld door miljoenen pelgrims door de eeuwen heen, allen met hun motivatie, hun beweegreden om de weg te volgen, om de weg te stappen naar een gemeenschappelijk doel, Santiago de Compostelle, en dus naar je innerlijke zelf.

maandag 3 februari 2014

Getuigen in een viering voor de eerstejaars van het Xaveriuscollege

Gek, grappig, ... Ik zit achterop een Vespa. We rijden zo de kerk binnen tot aan het altaar. Ik sta in mijn caminoplunje. Ik begin te vertellen over mijn pelgrimervaring.... "Wij zijn allemaal op weg, onderweg, heel ons leven lang en op die weg zullen we heel wat leren. Eén van de stukjes van mijn weg, mijn levensweg, is de camino geworden, het woord dat gebruikt wordt in Spanje voor de weg naar Santiago de Compostella. Wat heeft de weg me geleerd? De camino heeft mij volwassen gemaakt waarmee ik bedoel dat het me rijper heeft gemaakt. Ik zie dingen anders dan voor de camino. Het heeft me zachter gemaakt, het heeft me sterker gemaakt. Ook zijn bepaalde dingen minder belangrijk geworden. Ik heb geleerd dat je eenvoudiger kan leven. Het materiële is minder sterk geworden. De hang naar luxe die ik zie doet me geregeld de maag keren. Daar is het geluk niet te zoeken. Ik heb ook gemerkt dat de op de weg ontstane vriendschappen ontzettend krachtig zijn en dat de verbondenheid ijzersterk is. Van Lier ben ik door Frankrijk naar een puntje gegaan helemaal in het Westen van Noord-Spanje, Santiago en Finisterra. Dag na dag, maand na maand zit je in eenzelfde ritmische beweging van opstaan, eten, rugzak pakken, schoenen aantrekken en de dag instappend, niet wetend wat die dag brengen zal om dan weer ergens toe te komen waar gerust wordt, gegeten en geslapen. Een dag gevuld met een verbazing voor de oh zo prachtige natuur, ik voelde me soms Franciscus van Assisi, omringd door vogeltjes die me volgden en mooie liedjes floten. Een dag gevuld met kortstondige of lange ontmoetingen waarbij mensen, vreemde mensen niet vreemd zijn, maar dingen delen als vrienden alsof we elkaar al jaren kennen. De dag instappend, een dag soms gevuld met uren regen of uren hitte, met emotionele pijn, met fysieke pijn, de knie, waarbij je soms dagen stapt alsof je terug moet leren lopen en niet weet of je er geraken zal. Ik heb in dalen gezeten en op hoge toppen, letterlijk en figuurlijk en telkens ging ik door, gevoed en gesterkt door wat me overkwam, door wie ik tegenkwam. Ik viel geregeld, figuurlijk, maar stond telkens weer op, keer op keer, ik was de blinde die weer zien kon, ik was de lamme die weer stappen kon, gesterkt door de energie van de weg die al bewandeld was door miljoenen pelgrims voor mij, elk met hun motivatie. “Il faut avoir confiance”, m.a.w. vertrouwen hebben, erop vertrouwen dat er altijd een uitweg is, een oplossing. Het is een zinnetje dat in me opkwam op de weg en dat me niet meer zal loslaten. Dat alles binnen die ritmische beweging brengt je stilaan bij de essentie, bij jezelf, je komt stilaan bij jezelf binnen, een onvergetelijke ontmoeting. Daar ligt de kern, daar ligt ook het contact met God. De camino is de weg naar jezelf, de weg naar je hart. De camino heeft een stempel achtergelaten en telkens ik de kathedraal van Santiago zie op bijvoorbeeld televisie of erover praat, voel ik hoe al de celletjes in mijn lichaam en geest blij opspringen, voel ik hoe mijn hartje jubelt en krijg ik tranen in mijn ogen van vreugde, van ontroering, van thuiskomen. Ik ben de weg opgegaan en hij zal er altijd zijn, we zijn voor altijd met elkaar verbonden. Ik sluit af met een pelgrimsgroet: “Ultreïa” wat betekent “Voorwaarts, ga door, geef niet op”!"