vrijdag 28 maart 2008

Glabais - Trazegnies - Godarville wo. 26/03

Chrys voerde me tot in Vieux-Genappe waar ik een stempel kreeg op het gemeentehuis. Op het postkantoor stuurde ik een goede kilo huiswaarts. De knie, niet die van verleden jaar, maar de andere stak stokken in de wielen.
Het werd de langste dagtocht tot hiertoe: Glabais - Vieux-Genappe - Houtain-le-Val - Rèves - Odoumont - Luttre - Pont-à-Celles - Gouy-lez-Piéton - Trazegnies (- Godarville)
In Pont-à-Celles vroeg ik even de weg aan twee dames. Bedien waren erg vriendelijk, maar eentje had een soort van glimlach om haar heen. Toen ik hen vertelde dat ik op weg was naar Santiago schitterde haar ogen des te meer. Zij is een klein eindje meegestapt om me de weg te wijzen. Wat voelde ik me goed! Die pretoogjes! Was het een droom van haar die ik verwezenlijkte? Wie zal het zeggen?
In Gouy dacht ik te overnachten. Het was 16u30. Op het oude gemeentehuis was iemand aanwezig. Van haar kreeg ik een stempel. Maar ze kon me niet verder helpen. Iemand anders verwees me door naar la cordonnière. Die verwees me door naar een Santiagostapper, een kiné. Die was met vakantie, vertelde zijn dochter me. Ik ging weer op weg. De dochter kwam me achterna gelopen en verwees me door naar les Deway (?), ook Santiagostappers. Ik keek ernaar uit. Maar ook die volgels waren gevlogen. IK werd doorverwezen naar Trazegnies waar de pastoor woonde. Ik was moe, eigenlijk te moe, maar er zat niets anders op. Drie kilometer verder. De laatste bus was al weg en autostop lukte niet. Nochtans zie ik er goed uit, mijn kledij was verzorgd, ikzelf ook en een goodlooking boy ... :-). Ik ving bot.
In Trazegnies belde ik aan aan een appartement, vlakbij de kerk. De pastorie was vlakbij, had men gezegd. De kerk bevond zich op een kleine heuvel. Een mannenstem vertelde me dat hij niet wist waar de pastorie was en dat hij er nog maar pas woonde.
Ik vond de pastorie en belde aan. Geen reactie. Ik sprak iemand aan. De pasoot moest er zijn. Misschien een mis in een ander dorp? Ik ging terug naar beneden en sprak verschillende mensen aan. Ik ving telekns bod. Ze kenden niemand. Ik kreeg het tel.nr. van de pastpoor.
Op het pleintje sprak een jongen mij aan. Hij was bij de scouts en de loklaen waren vlakbij. Met mijn GSM belde hij één van zijn leiders. Die kon me niet helpen, maar gaf me het gsmnr. van de pastoor. Altijd maar weer de pastoor.
Ik opnieuw naar boven. Mijn knie deed pijn en ik was moe. Het was al laat. Na 18u. Er was iets veranderd. Het hek van de voortuin was op slot. Dus was de goede man thuis. Ik belde het nummer en kreeg contact. Hij had geen plaats, ook geen plek voor mijn klein matrasje. Ik moest de scouts bellen. Ja maar, die hadden toch zijn nummer gegeven. Ik gaf het op. Het had toch geen zin, langer bellen was tijd verspillen en het werd stilaan donker. PS: Ik heb de volgende dag een foto van de pastorie getrokken, dan kunnen jullie zien wat voor piepklein huisje het is, een echte villa, bijzonder mooi.
Terug op het pleintje wilde ik me opnieuw naar een huis begeven. Een jonge vrouw stapte op dat moment uit aan wagen en sprak me aan. "Bent u degene die de pastorie zocht?" "Ja, inderdaad" Ondertussen stapte ook haar echtgenoot uit de wagen. En toen ging alles als trein. Ze namen me mee naar hun appartementje, vlakbij de kerk. Het was daar waar ik aangebeld had en een mannenstem had gehoord. Ik moet er nog om lachen. Je weet wel, degene die de pastorie niet wist liggen. Ik mocht me douchen als ik wilde, ik mocht doen alsof ik thuis was. Ze hadden zelf geen plaats, maar David zijn ouders woonden en Godarville en ontvingen nog wel eens mensen. Zo gezegd, zo gedaan. Er was plaats. Maar eerst zou ik een stevige hap mogen eten. Rhodi, van Syrische afkomts, ging voor mij Syrisch koken. Ze hadden net boodschappen gedaan. Zij werkt in Brussel in een ziekenhuis in de geriatrie. Hij is leraar zedenleer in een atheneum in La Louvière. Papa is 'pasteur', protestant, afkomstig van Luik. Mama is van Hollandse afkomst en heeft een tijd in Sint-Niklaas gewoond.
Het heeft me bijzonder veel deugd gedaan. Het leek alsof ik ook hier deel uitmaakte van het gezin, van de familie. En de blik tussen Dacid en Rhodi vergeet ik nooit. Zo'n mooie, liefdevolle blik. Ze straalden beiden geluk uit.
Na het eten voerden ze me naar Godarville (Goedele, je hebt er ook ergens geslapen, in hetzelfde dorpje !!, fantastisch niet). Ik werd er goed onthaald. Het bedje deed deugd. Ik heb goed geslapen!

Geen opmerkingen: