zondag 20 juli 2008

Zo. 06/07: Olveiroa - FINISTERRE/FISTERRA: 32 km

Ik vertrok om 6u25. Het eerste stuk was prachtig. De moderen windmolens ervaar ik wonderwel niet als storend. Het heeft wel iets. In combinatie met de opkomende zon, de verspreide wolkjes en het landschap oogt het soms heel mooi.
Rond half acht de eerste bar bezocht voor het klassiek kopje koffie. De eerste bar is tevens de laatste voor 15 kilometer :-). Vlakbij staat een 'lelijke' metaalverwerkende fabriek, maar toch stoort het me niet. Jaime zei dat we niet zonder kunnen. Het hoort er nu eenmaal bij, bij het leven.
Om kwart voor acht kwam ik aan de paal die de splitsing aangeeft. Rechts ga je naar Muxia en links naar Finisterre. Dus ging ik links en zette een stevig tempo in. De lokroep van de zee? Normaal kan je van daar af de Atlantische Oceaan al zien. Doordat het geen heldere hemel was kon ik in het begin de Oceaan niet zo goed onderscheiden. Wat verder ging het al beter.
8u50: de AO komt stilaan dichterbij. Veel bomen staan er niet. Her en der plukjes verschroeid hout, restanten van bosbranden, en her en der plukjes eucalyptus. Maar ondanks dat is het een mooie wandeling. Het tempo blijft stevig. Het is het 'laatste' stuk van die 'grote', lange tocht, mijn pelgrimstocht.
Op een bepaald moment, ik bevond me op de top van een helling, zag ik de oceaan heel duidelijk. Ook zag ik twee dorpjes aan de rand ervan liggen: Cée en Corcubion. Daarachter, achter die landtong zou ik voor het eerst Finisterre zien. Ik stuurde boodschapjes door naar familie en vrienden en ondertussen 'rende' ik de heuvel af. 'Volarre, ...' hoorde ik mezelf zingen en inderdaad, ik had velugeltjes gekregen. Na zoveel maanden enkel land gezien te hebben! Ook dit was een intens moment. Het voelde geweldig!
Twee honden kwamen op me af. Telkens opnieuw is het even afwachten was ze van plan zijn, of het lieve honden dan wel gevaarlijke, niet te vertrouwen dieren zijn. Oef, ze wilden gestreeld worden. De ene duwde de andere weg om toch ook maar gestreeld te worden. Ik kwam handen tekort. Dan trok ik weer verder. Nog steeds ging het naar beneden, richting oceaan. In Cée vroeg ik naar een bakker en de vrouw zei me dat ik haar kon volgen. Het was marktdag en ze ging net boodschappen doen. Het was zalig. Ik hoorde de meeuwen, snoof de geur en zag de bootjes in de haventjes liggen. Een kleurrijk spektakel.
In Corcubion wees iemand me spontaan de weg. Ik stak de landtong over en zag, wat ik al de hele tijd wilde zien, Finisterre!! Nog zo'n 10 kilometer te gaan. Toen ik op zo'n drie kilometer van mijn 'einddoel' was, stopte ik even. Ik voelde het al een hele tijd, maar had het genegeerd. Wanneer je een een plekje op je voet hebt dat door wrijving warm wordt, dan moet je eigenlijk stoppen en zalf op je voet doen. Dat bespaart je veel ellende. Ik heb die 'ellende' vaak gezien onderweg, bij anderen. Ik wist dat dit de laatste 'sprint' was en vond die 'zoeg' niet meer belangrijk. Zodoende, na meer dan tweeduizenddriehonderd kilometer, had ik mijn EERSTE BLAAR :-). Aan de zijkant van mijn dikke teen aan mijn linkervoet. Het stoorde me niet echt. Ik lachte, trok een foto ervan, deed mijn stapschoen weer aan en trok verder. Korte tijd later kwam ik aan in Finisterre.

Geen opmerkingen: