zondag 29 juni 2008

Do. 26/06: Molinaseca - Cacabelos

Prachtig weertje alweer. Het werd ene rustige wandeling. We zijn met vieren bij Jaime gebleven: Doris, Inge, Catherine en ik. Het is een beetje moeilijk omdat we ondertussen elk gewoon zijn om onze eigen weg te gaan. Dat is een van de redenen waarom ik bij Jaime gebleven ben gedurende drie weken. Ik wist dat hij in Roncevalles de weg ging verlaten. Maar nu was hij er weer. Een tweestrijd speelde zich af binnen mij. Enerzijds is er de erkentelijkheid (vader en vriend voor mij) en anderzijds dat 'eigen weg'-gevoel. Ik vond trouwens dat Catherine daar iets te licht over ging. Haar verjaardag gezellig samen en dan ieder weer zijn eigen weg. Maar Jaime was speciaal twee dagen blijven wachten want hij was eigenlijk voor ons en hij had de etappen al uitgestippeld, zoals in Frankrijk. Maar dat gaf een te gebonden gevoel, hoe goed ook bedoeld. De weg was veranderd en wij ook. Hij maakte zijn 8ste weg, wij onze eerste. Wat een dilemma, vooral voor mij. Enfin, het werd een mooie dag. Alleen het tempo lag veel te laag. We werden er moe van.
Ponferrado was best de moeite. Het kasteel is mooi en sommige plekjes ook. Bij het binnenkomen van Cacabelos vind je een mooi hotel-restaurant. Daar zijn we even blijven hangen. Jaime kent zijn wereld. 's Avonds zijn we met zijn allen pizza gaan eten. Rosaba en haar echtgenootuit Genova weergezien. Ik heb hem verteld dat de pizza slecht was. Uiteraard, je vindt enkel goede in Italië :-) .
De refugio was eigenlijk wel tof. De kamertjes liggen rond een oud kerkje. Je ligt per twee.
Het dilemma broedde voort. Ik moest alleen verder. Ondertussen was ook Michel gearriveerd. Lees het verhaal met Marta. Hij had afstanden afgelegd om u tegen te zeggen. Hij wilde immers nog wat met mij stappen.
De volgende ochtend heb ik Jaime gewekt en gezegd dat ik alleen verder moest. Ik weende en zoende hem. Hij gaf me een leive lach en klopte zachtjes op mijn voorhoofd. Hij verstond het wel. Ik denk dat hij me het beste kent op de weg. Samen hebben we heel wat gedeeld. Buiten begon ik teur te wenen. Gelukkig was Doris er om me te troosten. Ze gaf me iets warms te drinken. Toen vertrok ik. Michel zou wel aansluiten. Inderdaad, een eind verder stapten we samen. Het was ondertussen vrijdag.

Geen opmerkingen: